DOCWERK

Eigenwijze reseach naar bijzondere energie en spannende techniek

donderdag 22 december 2011

New business in oud hout


In de Rotterdamse haven is nu al zo’n 1 miljoen ton beschikbaar aan houtige biomassa (pellets, hout en resthout). Dat stijgt in de komende jaren tot 7 miljoen ton in 2020. Het resthout wordt nu nog meegestookt in  energiecentrales. Door nieuwe vormen van biochemie kunnen er (door extractie) eerst interessante bouwstenen bouwstenenen uit worden gehaald. De rest kan dan alsnog naar de energiecentrale voor bijstook. 
Samenwerking met de papierindustrie kan zorgen voor optimale benutting van deze biomaterialen. In Rotterdam zijn enkele bedrijven al gestart met verkenning van de samenwerking voor cascadering in het gebruik van vaste biomassa. Demo-opstellingen moeten concrete applicaties opleveren en de economische haalbaarheid opnieuw bevestigen. De bouw van een demo-installatie vraagt een snel inzetbaar financieringsmodel.

New business
Er kunnen nieuwe consortia worden gevormd met partijen die de houtige biomassa aanleveren, partijen die toepassingen en markten voor deze bioproducten ontwikkelen en energieleveranciers die het residu kunnen gebruiken als bijstook.

Case 1 Lignocellulose > bioethanol > bio-etheen
Uit houtachtige biomassa kan bio-ethanol gemaakt worden. De lignocellulose in het hout wordt dan op effectieve wijze geïsoleerd en omgezet naar bio-ethanol. Hierdoor kan een interessante keten ontstaan van bio-ethanol naar bio-etheen, voor alle op etheen gebaseerde processen

Case 2 Houtvezels voor productie bioplastics
Houtvezels zijn interessante bouwstenen als je de vezels isoleert. De papierindustrie gebruikt de vezels al, maar ook in de chemie is de groene grondstof interessant als filler in de productie van bioplastics.

Case 3 Pyrolyse voor bio-oliën
Het resthout kan ook gebruikt worden om er bio-olie van te maken. Pyrolyse is een vergassingmethode van het hout, zonder zuurstof. Deze gassen worden dan weer gecondenseerd tot vloeistof, bio-olie. Het rendement ligt op 80 %. De nevenproducten van deze techniek zijn cokes en gas. Bio-oliën worden gebruikt als vervanging van fossiele brandstoffen, voor toepassingen in boilers en fornuizen. Upgrading van bio-olie resulteert in transportbrandstof. Als laatste kunnen bio-oliën chemisch gemodificeerd worden. Toepassingen daarvan zijn te vinden in de kunstmestindustrie, azijnzuurproductie, geurstoffen, suikers etc.
Als basis moet er een grondstoffen-componenten matrix gemaakt worden voor de regio Rotterdam. Daaruit kunnen concrete projecten gedefinieerd worden die voldoen aan criteria als efficiëntie in
materiaal- en energieverbruik. Ook de kostenefficiëntie voor de gehele keten inclusief recycling moet daarbij inzichtelijk gemaakt worden.

Tijdsfasering
•  horizon tot mogelijke realisatie: eind 2015
• mijlpalen 2012: opstellen grondstoffen-componenten matrix; planvorming; consortium; definitiefase; inkadering demo-ontwerp(en)
•  mijlpalen 2013-2015: engineering, bouw en exploitatie
-
Deze ontwikkeling is besproken op een netwerkbijeenkomst van Groene chemie in Rotterdam. Op de bijeenkomst zijn de toekomstkansen van de biobased economy in Rotterdam op de kaart gezet. 
De contouren van de bio-economie worden in Rotterdam steeds duidelijker. Er komt steeds meer biomassa als grondstof de haven binnen, voor de voedingsindustrie, de biodieselproductie en de verplichte bijstook van 10% aan duurzame energie uit centrales. Voor houtpellets bijvoorbeeld wordt een groei verwacht van 1 miljoen ton nu tot 7 miljoen ton in 2020. De Rotterdamse regio heeft bij uitstek kansen voor integratie, bv om gebruik te maken van elkaars product- en reststromen uit biomassa.

***
Meer informatie bij RCI Werkgroep Groene chemie Rotterdam:
Deltalinqs Energy Forum, Paul Braams: braams@deltalinqs.nl
Havenbedrijf Rotterdam, Frans-Jan Hellenthal:

Geen opmerkingen: